soigneer het slot van je presentatie
Sterk openen is belangrijk, maar in dit stuk breek ik een lans voor een sterk einde. Want met een zwak einde kun je een goed begin en middenstuk om zeep helpen.
Daniel Kahneman onderzocht hoe en waarom dingen bijblijven (the peak-end rule, 5.15 min). Kort gezegd: voor onze herinnering zijn piekmomenten en vooral de laatste ervaring belangrijk. Als het op de laatste twee dagen van onze vakantie regent dat het giet, na voor de rest twee stralende weken, blijkt ons brein toch vooral die regen mee te dragen. Dat geldt ook voor vijf teleurstellende jaren op het einde van je leven, of een diepe kras op het einde van een cd-symfonie: ze bederven het mooie dat eraan voorafging.
Toegepast op presenteren: als na een fijn middenstuk je presentatie uitgaat als een nachtkaars, onthoudt het brein van het publiek vooral dat zwakke einde. (‘Zo, dat was het. Bedankt en tot ziens.‘)
Na mijn presentatie moet mijn publiek alleen voort: het moet iets doen, iets denken, iets veranderen (een procedure volgen, mijn voorstel steunen, op mij stemmen). Mijn slot moet dus aanslaan. Knallen.
We moeten het overigens ook repeteren, anders dreigen we te improviseren. Het gevolg is teveel euh’s, te lange zinnen, te slappe woorden, iets dat uitwaaiert omdat we er aanbreien wat ons ter plekke te binnen schiet.
De doorsnee zakelijke presentaties hebben nogal eens de klassieke begin-midden-slot structuur, en waar begin en midden nog geregeld mogen meevallen, doet het slot doet dat toch vaak minder.
Het slot mag het kind van de rekening niet zijn.
Hoe dat komt? Bij het begin hebben we nog alle tijd, maar gaandeweg gebeurt er van alles. Er komen vragen. We weiden uit. De beamer hapert. En omdat we niet repeteerden hebben we geen benul hoeveel van onze inhoud kan gezegd worden binnen een bepaalde tijd.
En dan gebeurt het. We krijgen een stuip omdat we maar vijf minuten meer hebben om alles gezegd te krijgen. We beginnen te hollen, het slot wordt afgerammeld. Tip: laat delen van het middenstuk koelbloedig vallen, spring naar je slot en rond krachtig af. Anders is je slot het kind van de rekening.
Er zijn talloze manieren om te eindigen, hier hou ik het bij het ‘zeg-wat-je-gezegd-hebt‘-einde. (Zéér klassiek, wat saai ook, maar het gaat hier niet over TED-talks, pitches of storytelling). Je hoort het na het radio- en tv-journaal: ‘dit waren de hoofdpunten‘. Ze doen dat opdat we die hoofdpunten langer zouden onthouden.
Je haalt dus je slot in twee delen uit elkaar: de samenvatting en de kernboodschap. De samenvatting heeft niet meer dan 3 korte (!) punten, je kernboodschap daarentegen is één zin. Vermijd dus bijzinnen. Of tussenwerpsels. Flap er niet nog iets uit dat je te binnen schiet.
Het slot is de kroon op je werk. Goed soigneren, dus.