Hoe een vakantiefoto 5 presentatietips oplevert
Deze A4 hing aan de ingang van een koffiehuis waar we deze zomer een stop maakten voor een cappuccino. Vanop het terras zou ik turven: hoeveel klanten blijven staan om hem te lezen? Geen een, niet één streepje heb ik gezet. Van ineffectieve communicatie kun je leren, ik haal er dus 5 presentatietips uit. Scroll door naar het einde als je meteen mijn make-over wil zien.
Presentatietip 1: weinig tekst, veel beeld
Er staat te veel op het blad, het is net een slechte slide. Ons brein capteert visuele prikkels sneller en beter. De nummer-een-tip van slide-ontwerp is de 3-seconden-regel: het publiek moet hem in 3 seconden ‘hebben’. Specialiste Nancy Duarte vergelijkt slides met publiciteitsborden langs de autoweg: de bestuurder laat zijn focus op de weg even los om te verwerken wat erop staat.
Je moet voorkomen dat de toehoorder veel leest. Luisteren en ‘tegelijk’ lezen is fysiek afmattend: de luisteraar moet volgen, begrijpen en onthouden. Na de vijftiende tekst-slide wordt hij in de zuigende modder van bullets getrokken en zijn we hem kwijt. Goede beelden zoeken is tijdrovend, maar op de lange termijn stijgt je impact. Slides horen helder, eenvoudig en aantrekkelijk zijn.
Presentatietip 2: de titel moet de lading dekken
Ze hebben 3 soorten kaastaartfrisco’s, dacht ik. Tot ik voortlas. De hoofdletters leken een titel te zijn, daaronder zouden wat details volgen. Maar nee, de drie punten gaan ineens niet meer over kaastaartfrisco’s maar over koekjes, pindaboter en pretzels. Zeer verwarrend. Ook voor een slide geldt: wat onder de titel komt is een verheldering of verklaring van wat de titel belooft. Of nog beter: in het beste geval is de titel een samenvatting van wat eronder komt. Dus niet: ‘marktoverzicht’. Wel: ‘We staan nek-aan-nek met een agressieve concurrent.’
Presentatietip 3: kies je woorden slim
Goed bedoeld maar allesbehalve wervend: you won’t be disappointed. Ons brein kan geen negatieve instructie verwerken, met andere woorden, won’t be heeft geen communicatieve waarde, enkel disappointed blijft hangen. Idem voor een presentatie. Voel je de neiging negatieve taal te gebruiken? Ga dan na of een ander woord effectiever is. Herinner je je de Telenet-affaire rond Siegfried Bracke*? Dit was zijn tweet: ‘Ik vertrek uit Adviesraad Telenet. Poenschepper? Ik niet.’ Welk woord plakt? Juist. Poenschepper. Bovendien neem je zo ook nog eens het frame van je tegenstander over. En al gemerkt hoe vaak John Crombez* het over ‘verkiezingen niet verliezen’ heeft? Hij framet zich de verdommenis in.
Presentatietip 4: beperk je boodschappen
De dame van het koffiehuis legt teveel ‘in haar etalage’. De verleiding is groot om veel te zeggen, maar minder is beter. Indertijd wilde Bill Clinton* in zijn campagne over van alles praten, want de werkelijkheid was complex, de uitdagingen talrijk en divers. Klopt natuurlijk, maar zijn campagneteam wist dat de kiezer in het teveel zou verzuipen. Dus riepen ze hem voortdurend toe: it’s the economy, stupid! Eén thema: de economie. De dame van het koffiehuis wil én kaastaartfrisco’s én roomkoekjes én pindaboter én pretzels aanprijzen.
Presentatietip 5: maak je lay-out leesbaar en aantrekkelijk
Die hoofdletters doorheen de hele tekst, DAT LEEST NIET VLOT, VIND JE OOK NIET? Vermijd ze. Dat er geen beeld op staat is al jammer, maar op de koop toe is de typografie rommelig. Ze gebruikt ook nodeloos cijfers in de opsomming. Niet doen, de volgorde doet niet terzake, zoals in een procedure, waar je stap 3 pas mag doen als je eerst stap 1 en 2 hebt gedaan. ‘Ontwerp is de stille ambassadeur van je merk’, zei iemand ooit.
Ik verzon een nieuwe poster voor het koffiehuis, hier is hij. (Photo credit van de kaastaartfrisco: Chelsea Lupkin)
(*) disclaimer: een voorbeeld van een politicus of vertegenwoordiger van gelijk welke ideologische strekking gaat alleen over het communicatieve aspect en houdt geen goed- of afkeuring in van diens inhoudelijke boodschap.